West Highland Way: het complete reisverslag

Daar is hij dan! Het complete reisverslag van onze West Highland Way trip! Op woensdag 17 april zijn we naar Schotland gereisd om in 9 dagen de West Highland Way te lopen. Vervolgens zijn we nog een dagje naar Glenfinnan geweest (een must als Harry Potter fan) en als kroon op onze tocht zijn we naar de top van de Ben Nevis gewandeld. Op 29 april vlogen we weer naar huis.

Edit: Dit is de laatste keer dat ik met het vliegtuig op vakantie ben geweest. Hierna heb ik me voorgenomen om niet meer te vliegen.

Woensdag 17 april: Hengelo – Milngavie

We zijn met de trein naar Schiphol gegaan, en vandaar vlogen we met KLM naar Glasgow Airport. Tijdens het taxiën hadden we nog uitzicht op een brandweeroefening, was erg indrukwekkend.

Vanaf Glasgow Airport hebben we de bus genomen naar het centrum en daar de trein naar Milngavie. Onze eerste nacht sliepen we in een Premier Inn hotel. Niet alleen omdat er geen campings in de buurt van het startpunt zijn, ook om even de boel op orde te kunnen krijgen zonder stress.

‘s Avonds hebben we gegeten bij Burnbrae, een paarhonderd meter verderop tegenover de andere vestiging van Premier Inn. Heerlijke pubsfeer en direct mijn eerste haggis gegeten! Was erg lekker: het ziet eruit als een soort gehakt, alleen het is veel sappiger, malser en ongelofelijk lekker gekruid.

‘s Avonds hebben we proviand en brandstof gescoord bij de Tesco. Ze hebben daar superchille pakjes couscous met smaak en rijst met groentjes die je in een paar minuten doorwarmt. In Nederland heb je bijna nergens meer van die hiker-proof pakjes waar je alleen maar water bij mietert…

Donderdag 18 april: Milngavie – Drymen

Onze eerste wandeldag! We zijn op ons dooie akkertje richting het centrum van Milngavie vertrokken en hebben daar eerst nog wat aanwijzingen voor de grote West Highland Way geocache genoteerd. Daarna liepen we onder de grote poort door… Echt op weg nu!

Achteraf gezien begon de wandeling hartstikke mellow, maar op het moment dat we ons eerste klimmetje in het park tegenkwamen voelde dat dramatisch in mijn benen. Paul kan hoogteverschillen een stuk beter handlen dan ik 😉

We liepen een hele tijd door het park, bos en weilanden tot we bij de Glengoyne Distillery aankwamen: 7 miles in. Time for a whisky! We hebben de Wee Tasting Tour gedaan (£14,50 p.p.) waarbij we twee whiskies mochten proeven. Was een verademing om even te zitten en rond te lopen zonder rugzak.

Na de tour zijn we doorgelopen naar Drymen Camping, bij Easter Drumquhassle Farm (ik weet nog steeds niet hoe je dat uitspreekt). Dit was een klein veldje naast een boerderij met een overdekte ruimte voor hikers met aanrecht, schone wc’s en een douche.

Omdat de betaling door middel van een “honesty box” ging, en we vergeten waren in Milngavie wat contanten te pinnen, is Paul naar Drymen gelopen voor geld terwijl ik de tent inrichtte en alle coördinaten voor de geocache onderweg uitrekende. Paul kwam terug met geld en twee blikken bier, en zo begon onze pintemans-na-het-wandelen-gewoonte.

Vrijdag 19 april: Drymen – Sallochy

‘s Nachts waaide het ontzettend hard, maar het is wel droog gebleven. Rond kwart voor 8 waren we ready to go. In het begin was het wat fris, maar al gauw superwarm.

Bij iedere heuvel die we zagen, vroegen we ons af of het Conic Hill was, de uitdaging voor vandaag. En uiteindelijk ja hoor – een grote heuvel met meerdere piekjes bovenaan. Wij benaderden Conic Hill vanuit het oosten, waar je eigenlijk alleen (West Highland Way?) hikers tegenkwam. Maar bovenop was het stervensdruk, en de afdaling aan de westkant was basically één grote, menselijke mierenhoop. Tsja, Goede Vrijdag, iedereen vrij, mooi weer, en zo’n heuvel beklimmen is natuurlijk een leuk dagje uit.

Om heel eerlijk te zijn vonden we de afdaling zwaarder dan de klim – de afdaling voelde steiler en is ook langer: je begint de klim namelijk op 125 m boven zeeniveau, maar daalt af tot ongeveer 0 m.

In Balmaha hebben we weer even wat ontbijt, lunch en snackies ingeslagen en zijn toen rustigaan naar Sallochy Campsite doorgelopen, mooi aan Loch Lomond gelegen. Ik was op een gegeven moment best op, wilde nog even zitten bij een steile klim rondom een crag, maar Paul plaagde mij door mijn backpack op te pakken en naar boven te rennen – dus ik erachteraan! Zo krijg je me dus ook boven 😉

Zaterdag 20 april: Sallochy – Rowchoish Bothy

Na die 2 dagen wennen even een wat kortere etappe: 10 kilometer naar Rowchoish Bothy, en afgezien van een steil klimmetje in het begin een hele mellow etappe door het bos.

We vertrokken om half 9 en kwamen rond 1 uur al aan. Lekker gezeten en rondom de bothy gescharreld, de ruïnes van het huisje ernaast bekeken, pootje gebaad in Loch Lomond (KOUD! Na 5 seconden er direct weer uit) en water gefilterd om te drinken, omdat er geen stromend water in de bothy was.

Eind van de middag kwam er een ouder Nederlands stel binnen wat we al eerder op de route gespot hadden, en we raakten leuk aan de praat. Zij hebben een hoop poolexpedities gedaan (serieus, kamperen bij -30, mij niet gezien) en liepen nu de West Highland Way en Great Glen Way achter elkaar.

‘s Avonds kwamen er nog twee jongens aan in de bothy, waarvan er eentje geen water meer had. Net als de Nederlanders konden we ze erg blij maken met vers water – maar goed dat we ons filter mee hadden genomen! De jongens sliepen met ons in de bothy, de Nederlanders hadden hun tentje buiten opgezet omdat ze van het mooie weer wilden genieten.

Zondag 21 april: Rowchoish Bothy – Beinglas Farm

Half 5-ish wakker, om 5 uur was het net licht genoeg om mijn horloge te kunnen lezen. Omdat we toch niks beters te doen hadden, zijn we om 6 uur maar opgestaan en om half 8 begonnen met lopen.

Bij Inversnaid de prachtige waterval bewonderd en daarna kregen we te maken met ̩̩n van de meest uitputtende stukjes West Highland Way: een superleip klim-en-klauter-avonturenpad. Er waren 2 stukjes waar we ontzettend blij waren dat het droog was, want die waren nu al tricky genoeg met backpack Рlaat staan als ze nat waren geweest!

Dit is ook het enige stuk waar ik achteraf zou aanraden om een dagje baggage transfer te boeken als het nat is of wanneer er slecht weer wordt voorspeld. Die ene smalle richel vond ik eigenlijk nét iets te spannend met zo’n dikke backpack op mijn rug, 10 meter hoog met een steile afgrond naar het water…

Paul heeft nog even een kleine side trip gemaakt naar Rob Roy’s Cave terwijl ik ff lekker bij de tassen zat, en we hebben geluncht op een zandstrandje bijna aan de kop van Loch Lomond. Daarna week het pad af van het water en liepen we door weilanden en bosjes de hooglanden in! De brandende zon was behoorlijk killing, en we hebben uiteindelijk bij een watervalletje een refill gedaan (en opnieuw iemand blij gemaakt met gefilterd water).

Rond half 4 kwamen we aan op Beinglas Farm Campsite, waar ik eerst mijn zusje belde voor haar verjaardag en we daarna lekker lang in de pub hebben gehangen met pintjes en prima eten. Voor het eerst in tijden weer gedouchet, maar niet mijn haar gewassen – ik had geen borstel bij me en 2 vlechten werken erg goed met mijn haar in toom en uit de knoop te houden.

Maandag 22 april: Beinglas Farm – Tyndrum

Kwart over 8 vertrokken van de camping, deze dag weer een redelijk straightforward etappe. Eerst vrij lang redelijk plat langs het spoor, daarna veel klimmen en dalen door het bos. Schotse Hooglanders gespot.

‘s Middags lekker thee gedronken en taart gegeten bij Country Mumkins, een schattig theehuisje annex giftshop in een klein kerkje. Eind van de middag konden we ons tentje opzetten op By The Way Campsite in Tyndrum. Daarna hebben we uitgebreid boodschappen gedaan, de lekkerste spaghetti & meatballs uit blik gegeten en omdat de douches hier fantastisch zijn en ik een superfijne mini shampoo had gescoord, heb ik uitgebreid mijn haar gewassen. Heerlijk zacht na afloop 😀 Ook hebben we alle vieze kleren even gewassen.

Dinsdag 23 april: Tyndrum – Inveroran

Wonder boven wonder is het nog steeds droog en warm. We hebben een koningsontbijt gehad van broodjes knakworst, want als je een gemeenschappelijke ruimte met fornuis op je camping hebt, moet je daar goed gebruik van maken!

Lekker gewandeld tot Bridge of Orchy met de laatste restjes klamme was aan onze tas (ja, hikers hebben doorgaans een ontzettend hoog fuck-it gehalte, praktisch is meer waar dan looks).

In het hotel/restaurant lekker geluncht met een soort carpaccio van smoked trout. Erg fijn om even iets vers met daadwerkelijke vitamientjes en groentjes binnen te krijgen!

Na Bridge of Orchy moesten we een flinke klim maken, boven het bos uit, over een vrij hoge en enorm winderige pas naar Inveroran. Natuurlijk hebben we even het zijpaadje naar de cairn gepakt, ook al waaiden we zo ongeveer weg. Is altijd zo ontzettend satisfying 🙂

Een paarhonderd meter na Inveroran Hotel was een prachtige wildkampeerplaats naast een bruggetje, en aan de andere kant van de weg nog zo’n veldje. Uiteindelijk stonden er 9 tentjes op “ons” veldje, en 8 op de ander.

Paul had een overgebleven blik bier helemaal meegesjouwd voor ‘s avonds. Om het te koelen, heeft hij hem aan een steen getapet, in de rivier gelegd, en is een dam gaan bouwen van alle stenen om de waterstroom zo efficiënt mogelijk langs het blik bier te voeren. Je bent engineer of je bent engineer 😉 Anyway, we hadden wel mooi koud bier bij ons eten om 6 uur.

‘s Avonds hadden we wat stress, we vonden namelijk behoorlijk wat teken IN DE BINNENTENT. Ik denk dat we er wel een stuk of 4 hebben doodgedrukt in totaal.

Woensdag 24 april: Iveroran – Kingshouse

Vandaag begon het weer wat te veranderen. We liepen over het meest onherbergzame stuk highland wat we zouden tegenkomen tijdens de tocht, tussen Inveroran en Kingshouse. Alleen maar bergen, moorlands (hoe vertaal je dat in vredesnaam), harde wind, The Way en tegen het eind een autoweg in de verte. Weinig significante hoogteverschillen, maar het pad was (net als volgens mij echt de helft van de hele WHW) vooral een laag losse keien en kiezels, wat echt killing is voor je knieën en enkels.

In principe loopt het best lekker vlot, maar toen we in Glencoe Mountain Resort aankwamen voor een lekkere koffie aan het eind van de middag, voelden we pas hoe moe we echt waren. Na de koffie / warme choco hebben we er ook maar gegeten, onze tent opgezet (op Drymen na de goedkoopste camping) en nog een biertje gedronken. Het scheelde niet veel of ik was halverwege mijn biertje in slaap gevallen.

Bij het opzetten van de tent hebben we al onze spullen gecontroleerd op teken en heel goed uitgeklopt, want ‘s ochtends bij het inpakken hadden we er weer 2 gevonden. Werden we niet bepaald vrolijk van. We hebben 1 teek van een shirt gehaald, de rest was gelukkig schoon. Dit leerde ons de wijze les dat Deet geen overbodige luxe is, zelfs buiten het midges-seizoen!

Donderdag 25 april: Kingshouse – Kinlochleven

We moesten inpakken met lichte miezer, en volgens Paul had het ‘s nachts ook geregend. Ik had niks gemerkt, want ik sliep met oordopjes in. We hadden ons echter helemaal voor niks voorbereid op regen, want al gauw brak de zon door.

Vlak voorbij Kingshouse kwamen we bij de hoogste pas van de wandeling: de Devil’s Staircase. Er is weinig staircase aan trouwens, het is vooral een hele lange, steile, zigzaggende klim naar boven. Bovenaan hadden we trouwens een fenomenaal uitzicht, en konden we de eerste glimp van de Ben Nevis opvangen.

Het zwaarste deel van de dag weer gehad, dachten we. Maar niks was minder waar: de rest van de dag was een constante, vaak steile afdaling van meer dan 500 meter helemaal naar Kinlochleven, wat op zeeniveau ligt.

Vlak voor Kinlochleven kregen we te maken met een kleine omleiding, omdat er aan de pijpen van de waterkrachtcentrale werd gewerkt. We zagen dan ook lekkage op meerdere punten.

Omdat we een kleine misrekening hadden gemaakt met ontbijt en lunch, hebben we wat provisorisch ontbeten met een restje brood en een heel blok kaas, gelukkig hadden we nog wel ruim voldoende snackies om in Kinlochleven te komen. Daar kwamen we net voor de regen aan bij MacDonald Hotel & Campsite.

Hier hebben we even fatsoenlijk geluncht (mét pintemans ofcourse), maar toen we ingecheckt waren en onze tent wilden gaan opzetten, begon het te gieten van de regen. Hèhè, eindelijk traditioneel Schots weer! Tussen de buien door hebben we onze tent gauw opgezet en we zijn nog even naar de winkel gelopen voor boodschapjes.

Vrijdag 26 april: Kinlochleven – Glen Nevis & Fort William

De laatste etappe! Maar een killer: 20 kilometer van Kinlochleven naar de Glen Nevis Campsite, vlak voor Fort William (in het stadje zelf zijn namelijk geen campings).

Deze etappe is stiekem best gemeen: je begint met een leip steile klim vanuit Kinlochleven, daarna loop je een tijdje heerlijk mellow met weinig hoogtemeters door dramatische hooglanden.

Dit was de enige dag dat we wat buitjes hadden, maar het stelde niet heel veel voor. Eigenlijk mocht het de naam regen niet eens krijgen. Maar door de donkere wolken zagen de highlands er nog dramatischer uit dan ze al waren!

Op een gegeven moment kwamen we in de Glen Nevis, en brak de zon door. Lunch bij een watervalletje, soort paradijsgevoel. We zijn er bijna! Maar niets was minder waar: we moesten nog de helft, en daar zaten een hoop kleine, gemene klimmetjes tussen.

Na de laatste geocache-aanwijzing hebben we de coördinaten van de cache uitgerekend en in het boekje ingetekend, maar helaas niks gevonden. Later nog maar een keer proberen dan.

Compleet uitgeput kwamen we op de camping aan: WE DID IT! Een enorme camping aan de voet van de Ben Nevis. Tent opgezet, paar uurtjes chillen, en uiteindelijk toch direct nog de laatste kilometers naar Fort William gelopen.

Uiteindelijk zijn we in een enorme hoosbui bij het officiële eindpunt aangekomen. Een vriendelijke Duitse dame die we eerder ook al een paar keer waren tegengekomen, heeft ons op de foto gezet. Daarna zijn we gauw de pub in gedoken voor een koningsmaal en een paar pintemannen.

We zijn in de schemering terug gelopen, en toen we bij de camping aankwamen, zagen we nog lichtjes bovenop de Ben Nevis, in het donker! Knettergek, die lui. Beter wisten ze dondersgoed waar ze mee bezig waren… Achteraf gezien denk ik dat ze dat wel wisten, want het vanaf de camping zichtbare deel is niet het gevaarlijke deel bij de top, en de lichtjes bleven langzaam maar steady in beweging. Eerder die middag had ik al een search & rescue helicopter gespot (uiteindelijk 2x gezien in de 3 dagen dat we er stonden).

Zaterdag 27 april: Glenfinnan

We hebben de West Highland Way uitgelopen. We hebben het echt gedaan! Damn. Lekker uitgeslapen, en toen met de trein naar Glenfinnan gegaan. Als je dan toch in de buurt bent, is het zonde om als Harry Potter-fan daar niet even heen te gaan.

We hebben niet de Jacobite Steam Train genomen, maar de gewone trein. Goedkopere kaartjes, en je hebt ook daadwerkelijk de tijd om het viaduct te bekijken.

Op het station van Glenfinnan is een piepklein museumpje over de bouw van het viaduct en de geschiedenis van de West Highland Line. Erg indrukwekkend! Tegenwoordig zou je zo even zo’n brug in elkaar knallen met een paar grote machines, maar in 1905 was het allemaal handwerk. Niet zo arbo-verantwoord ook, er zijn behoorlijk wat mannen bij gestorven. Maar als je het in de context van de tijd plaatst, is het bouwen van die brug een enorme prestatie.

Na het museum liepen we de viewpointwandeling, een korte, goed aangelegde trail van ongeveer 5 kilometer. Heerlijk om zonder backpack te lopen! Natuurlijk tig prachtige foto’s gemaakt.

Verder hebben we nog wat souvenirs gekocht in het Glenfinnan Visitor Centre en het grote monument bekeken. Er zijn ook een paar langere wandelingen vanuit Glenfinnan, maar verder is er niet veel te doen. We hebben nog thee en cake gegeten in de Dinner Carriage naast het station (echt een superschattig cafeetje met erg goed eten!) en toen vonden we het wel welletjes.

Zondag 28 april: Ben Nevis

Laatste dag, grootste dag: als kroon op onze tocht wilden we ontzettend graag de Ben Nevis summitten! Het weer was rustig: wisselend bewolkt, en de weersvoorspelling voor de top bij het Visitor Centre gaf -1 graden aan en een windsnelheid van slechts 10 km/u, met windvlagen tot 25 km/u. Ofwel: groen licht!

Gewapend met een kompas en ons Trailblazerboekje (daarin stonden essentiële coördinaten om van de top af te komen in dichte mist) zijn we om 8 uur begonnen aan de klim. Precies om 12 uur waren we boven. Natuurlijk een uitgebreide fotosessie gedaan bij het OS trig point, heel koud geluncht en om half 1 de hoogste geocache van de UK gevonden. Trots op onszelf dat we binnen de gestelde tijd van 4 uur de top hebben bereikt!

Toen kwam de afdaling. 1344 hoogtemeters weer helemaal naar beneden. Dat vonden mijn knieën niet leuk, en 2 dagen later thuis in Hengelo voelde ik ze nog steeds… Veel pauzetjes genomen in ieder geval en om 16:00 zaten we in de Ben Nevis Inn aan het welverdiende bier 😀

Helaas waren ze net gestopt met het serveren van de lunchservice, en de dinnerservice zou pas om 18:00 beginnen, dus zijn we teruggegaan naar de camping. Ik heb heerlijk liggen dutten in de tent, Paul was nog wat frisser en fruitiger en is teruggegaan naar het gedeelte van de WHW waar de geocache zou liggen. Helaas opnieuw niks gevonden.

Maandag 29 april: Fort William – Hengelo

Zo. Toen was het alweer tijd voor de reis naar huis. Onze eerste kennismaking met Schotland was fantastisch. Het weer was ongelofelijk on-Schots met al die zon en droogte, maar heeft wel ontzettend bijgedragen aan ons moraal tijdens de wandeling. We waren zelfs een beetje verbrand, wie had dat gedacht!

‘s Ochtends hebben we rustigaan ingepakt en zijn we naar Fort William gelopen. Boodschapjes gedaan voor onderweg, koffietje gescoord bij het stationscafé en opeens liepen we de Nederlanders uit Rowchoish Bothy weer tegen het lijf! Zij hadden de WHW-geocache wél gevonden – kennelijk wisten de mannen van de forestry works dat er een geocache lag en hebben ze die netjes laten liggen. Stiekem waren we wel een beetje gefrustreerd met onszelf.

Achja, we lopen al te speculeren over de Great Glen Way, dus wanneer we weer in Fort William zijn, kunnen we hem alsnog loggen 😉

Om 11 uur zaten we in de bus naar Glasgow Airport (leuk om tijdens een deel van de route de West Highland Way te kunnen spotten) en om 5 uur vlogen we weer richting Schiphol. In de trein nog even met oma gebeld voor haar verjaardag en om half 11 Nederlandse tijd waren we weer thuis.

Natuurlijk valt er nog veel meer te schrijven over de West Highland Way! Er komen sowieso nog losse blogposts over de Ben Nevis, Glenfinnan en hoe je je eigen West Highland Way hike plant en budgetteert (spoiler: wij hebben meer uitgegeven aan bier en pubfood dan ikzelf alleen in eerste instantie zou doen).

Een deel van de foto’s is door Paul geschoten.

1 reacties

Comments

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven